Charles Kesbeke uit Zeeland, begon in 1948 in een kleine kelder aan het Waterlooplein in het centrum van Amsterdam met een inleggerij van tafelzuur.
In de kelder werden de augurken en uien gewassen, gepekeld, en in glazen potten verpakt, en door gebrek aan middelen in 'geleende' vuilnisbakken gepasteuriseerd.
De producten werden via straathandel en in kroegen en fabrieken aan de man gebracht.
Inleggen doet de familie Kesbeke al sinds 1948. Het is wel een echt Amsterdams bedrijf, maar het is opgericht door Zeeuwen.
De eerste Camiel wordt er in 1868 geboren, de eerste bakker in de familie. Van zijn zes kinderen is Leander Charles Bernardus de derde. En dat is opa, de stichter van de firma Kesbeke.
Met Elisa de Wolf krijgt hij eerst vier dochters en als jongste zoon Camiel (1935 – 2010). Hij leidt vele jaren het bedrijf.
Het is 1947, de oorlog is achter de rug. Een moeilijke tijd is voorbij. Charles Kesbeke heeft 47 jaar in Zeeuws-Vlaanderen gewoond, eerst in Axel, later in Terneuzen.
De familie verhuist al snel naar Amsterdam. Vanuit een kelder aan het Waterlooplein begint Charles een groothandel, eerst in rolmopsen en leverworst, later ook in augurken, uitjes, zure mosselen, zoute haring (in pekel) en panharing.
Zijn klanten zijn vooral visboeren en cafés. Hij brengt zijn waren rond en verkoopt tegelijkertijd ook Amstelbier en Cola.
Kesbeke Anno Nu:
Oos Kesbeke runt nu het bedrijf. Hij is met zijn twee zonen dagelijks te vinden in de fabriek, net als alle trouwe medewerkers. Oos, Camiel en Silvian werken met groot enthousiasme aan het ontwikkelen van nieuwe producten.
Zij bedenken graag zelf nieuwe combinaties, maar krijgen ook van klanten het verzoek om met iets speciaals te komen. Innoveren is de kracht van het bedrijf.